Geschiedenis
De eerste bewoners van Australië waren de Aboriginals, die naam betekent: zij die er oorspronkelijk wonen. Het waren nomaden, ze jaagden op dieren en trokken rond. Ook aten ze eetbare planten. Alles veranderde door de komst van de Europeanen. De Aboriginals werden ziek door de ziektes die de Europeanen hadden mee gebracht of ze werden vermoord. De Europeanen dreven de Aboriginals naar stukken van Australië die ze zelf niet nodig hadden; de droge gebieden.
Cultuur vroeger
De mannen en vrouwen hadden een verschillende taak; de mannen gingen jagen op dieren en de vrouwen gingen eten zoeken, bijvoorbeeld bessen , knollen, wortels en andere planten. Dit moesten ze natuurlijk doen anders hadden ze niks te eten. Er waren verschillende seizoenen en in die seizoenen konden bepaalde dingen gevonden worden; je had bijvoorbeeld een speciaal seizoen waarin je krabben kon vangen. Dat werd van generatie op generatie verteld. De cultuur van de Aboriginals draait om de natuur; de mensen voelden zich één met de natuur.
Nu
Nu wonen de Aboriginals in reservaten, maar ze worden niet goed behandeld; ze leven in een grot of in een huisje van takken en bladeren. Sommige Aboriginals houden het niet lang vol en worden uit het reservaat gezet. Ze krijgen een paar ribbel platen en stokken met zich mee en worden in een rotsen gebied afgezet. Daar moeten ze zelf uitvinden hoe ze een huis moeten maken en eten moeten zoeken. Sommige Aboriginals wonen ook in de stad, maar ze zijn arm.
Dit is een plaatje van de Aboriginals:
Australië 